Thich Nhat Hanh

Gedichten van Thich Nhat Hanh


Ons ware erfgoed


De kosmos is gevuld met kostbare juwelen.

Ik wil jou daar deze morgen een handvol van geven.

 

Ieder moment van je leven is een juweel,

dat schittert en aarde en hemel,

water en wolken bevat. 

Alleen als je zachtjes ademt

worden de wonderen vertoond.

 

Opeens hoor je de vogels zingen,

de dennen neuriën,

je ziet de bloemen bloeien,

de blauwe hemel,

de witte wolken,

de glimlach en de prachtige blik

van je geliefde.

 

Jij, de rijkste persoon op aarde,

altijd bedelend om een stuk brood,

wees niet langer het berooide kind.

 

Kom terug en eis je erfdeel op.

Laten we blij zijn met ons geluk

en dat aan iedereen uitdelen.

Koester het hier en nu.

 

Laat de stroom verdriet maar los,

en sluit heel het leven in je armen.


Geen dood, geen vrees


Dit lichaam is niet ik.

Ik ben niet gevangen in dit lichaam,

Ik ben leven zonder grens.

Ik ben nooit geboren en ik sterf nooit.

 

Kijk naar de oceaan en naar de hemel vol sterren,

manifestaties van mijn wonderlijke, ware geest.

 

Sinds de tijd zonder begin, ben ik altijd vrij geweest.

Geboorte en dood zijn slechts deuren waar we doorheen gaan,

heilige drempels op onze reis.

Geboorte en dood zijn een verstoppertjes spel.

 

Dus lach met mij,

houd mijn hand vast,

laten we elkaar gedag zeggen,

gedag zeggen om elkaar weer te ontmoeten.

 

We ontmoeten elkaar vandaag,

we zullen elkaar morgen ontmoeten,

we ontmoeten elkaar ieder moment aan de bron,

we ontmoeten elkaar in alle vormen van het leven.


Noem me bij mijn ware namen


Zeg niet dat ik morgen ga

als zelfs vandaag nog komen moet.

Kijk naar me: elke seconde verschijn ik hier

om een knop aan een lentetak te zijn,

een vogel met nog tere vleugels

die in mijn nieuwe nest leert zingen,

om een rups te zijn in het hart van een bloem,

een juweel omgeven door gesteente.

 

Altijd nog kom ik om te lachen en te huilen,

te vrezen en te hopen.

Het ritme van mijn hart is het komen en gaan

van al wat leeft.

 

Ik ben de eendagsvlieg die van gedaante wisselt

op het water van de rivier.

En ik ben de vogel die een duikvlucht maakt

om de vlieg te verorberen.

 

Ik ben de kikker die vrolijk zwemt

in het heldere water van een vijver.

En ik ben de ringslang die stilletjes

zich voedt met de kikker.

 

Ik ben het kind in Afrika, vel over been,

mijn benen als dunne bamboe.

En ik ben de wapenkoopman,

die dodelijk wapentuig in Afrika verkoopt.

 

Ik ben het meisje van twaalf,

een bootvluchteling die zich in zee stort

na te zijn verkracht door een piraat.

En ik ben de piraat,

met een hart dat niet zien kan

niet liefhebben kan.

 

Ik ben lid van het politbureau

met macht in mijn handen.

En ik ben de man die zijn bloedschuld

aan zijn volk moet betalen

dat langzaam sterft in een werkkamp.

 

Mijn vreugde is als de lente, zo warm

dat de bloemen overal op aarde ontluiken.

Mijn pijn is als een rivier van tranen,

zo onmetelijk dat zij alle oceanen vult.

 

Noem me daarom bij mijn ware namen, alsjeblieft,

zodat ik al mijn huilen en lachen tezamen hoor,

zodat mijn vreugde en pijn één zijn.

 

Noem me bij mijn ware namen, alsjeblieft,

zodat ik kan ontwaken

en de deur van mijn hart open kan staan,

de deur van mededogen.


Een-zijn

 

Op het moment dat ik sterf,

zal ik proberen naar je terug te komen 

zo snel als ik kan. 

Ik beloof dat het niet lang zal duren. 

 

Is het niet waar

dat ik bij je ben,

omdat ik elk moment sterf?

Ik kom op ieder moment 

naar je terug. 

 

Kijk alleen maar, voel dat ik er ben.

Als je wilt huilen, huil dan maar.

En weet, dat ik met je zal huilen.

De tranen die je vergiet, zullen ons beiden genezen.

Jouw tranen zijn die van mij.

 

De aarde waarop ik vanmorgen loop, transcendeert de geschiedenis.

Lente en winter zijn beide op dit moment aanwezig.

Het jonge blad en het dode blad zijn echt één.

 

Mijn voeten raken onsterfelijkheid aan

En mij voeten zijn die van jou.

Loop nu met mij.

Laten we de dimensie van een-zijn binnengaan

en de kersenboom in de winter zien bloeien.

Waarom zouden we over de dood praten.

Ik hoef niet te sterven om weer bij jou te zijn.


Aanbeveling

Beloof mij, 

beloof mij vandaag, 

beloof mij nu, 

terwijl de zon hoog aan de hemel staat, 

exact op het hoogste punt, beloof mij:

 

Zelfs, 

als ze je neerslaan 

met een berg vol haat en geweld, 

zelfs als ze over je heen lopen en je vertrappen als een worm, 

zelfs als ze je verminken en je ingewanden uitrukken, 

Herinner je dan broeder, herinner je: 

de mens is niet onze vijand.

 

Alleen je mededogen telt nog: 

zij is onoverwinnelijk, grenzeloos en onvoorwaardelijk. 

Haat zal jou nooit 

het beest in de mens laten zien.

 

Als je op een dag alleen oog in oog staat met dit beest en je hebt alle moed van de wereld

en je ogen staan vriendelijk en kalm 

(zelfs als niemand ze ziet) dan zal er vanuit je glimlach een bloem opbloeien.

En zij die van je houden, zullen jou aanschouwen
aan de andere kant van de tienduizend werelden van geboorte en dood.

 

Weer alleen 

ga ik verder met gebogen hoofd, 

in het besef dat liefde eeuwig bestaat.
Op de lange, moeilijke weg zullen de zon en de maan blijven schijnen.